Met een volledige screening voor dyslexie kan een volledig beeld verkregen worden van wat de zwakke en sterke cognitieve eigenschappen zijn van een leerling, en wat voor manieren van leren een leerling zelf aangeeft al te gebruiken. Dit kan de basis vormen van duidelijke leerdoelen en handvaten voor leerkrachten.
Een volledige screening kan verkregen worden door de combinatie van een uitgebreide vragenlijst (DVLO) en taaltest (DOT). Zie daarvoor de voorgaande pagina.
1. Dyslexie op school
Dyslexie moeilijk vast te stellen
Ongeveer tien procent van alle leerlingen heeft dyslexie. Maar na zo’n veertig jaar internationaal onderzoek is er nog steeds geen eenvoudige manier gevonden om dyslexie met zekerheid bij al deze leerlingen vast te stellen. Voor scholen is dit heel vervelend. Leerlingen kunnen doorverwezen worden voor een uitgebreid onderzoek, maar dat is kostbaar en ook dat levert niet altijd zekerheid op. Er is bij veel scholen daarom behoefte aan een snelle screening die in elk geval leerlingen met de verdenking van dyslexie kan vaststellen, alvorens over te gaan tot uitgebreid onderzoek.
Screening dyslexie: zoveel mogelijk informatie
Als er een vermoeden bestaat dat een leerling dyslexie heeft is het beste om te doen: zoveel mogelijk informatie verzamelen. Er zijn vijf mogelijke bronnen van informatie: (1) prestaties op school, (2) oordeel leerkracht(en), (3) oordeel en achtergrond ouders, (4) zelfoordeel en (5) taal- of dyslexietest. Onze instrumenten kunnen hierbij van enorme waarde zijn.
Wetenschappelijk onderzoek
Psi Testuitgevers heeft jarenlang wetenschappelijk onderzoek mogelijk gemaakt naar de methodiek van het vaststellen van dyslexie. Dat heeft in 2019 geleid tot een proefschrift, een bundeling van zes internationale publicaties. U kunt dit proefschrift hier downloaden. Een Nederlandse samenvatting is hierin opgenomen. Dit onderzoek heeft aan de basis gestaan van de ontwikkeling van de diagnostische instrumenten van Psi Testuitgevers.
Wat is dyslexie?
Over wat dyslexie is en wat het veroorzaakt verschillen op internationaal wetenschappelijk niveau de meningen. Volgens de ene theorie is dyslexie een lees- en spellingsprobleem. Maar volgens andere theorieën zijn er meer specifieke oorzaken aan te wijzen zoals een probleem met fonologische omzettingen, visuele aandacht, of perceptuele verwerking die dan vaak tot taalproblemen kunnen leiden.
Dyslexie in praktijk
Scholen die kampen met leerlingen met die achterlopen door dyslexie hebben weinig aan theoretische discussies. Daarom heeft Psi Testuitgevers voor een praktische benadering gekozen. Het uitgangspunt is dat dyslexie voorspeld kan worden door zoveel mogelijk bronnen van informatie te verzamelen en door alle mogelijke symptomen in kaart te brengen, ongeacht waardoor ze worden veroorzaakt.
2. Dyslexie-instrumenten: gebruikersdoelen
Psi Testuitgevers heeft drie verschillende instrumenten m.b.t. dyslexie ontwikkeld: de vragenlijst DVLO (versie voor BO en VO), de taaltest DOT (geschikt voor klas 1 en 2 van het VO) en de dyslexietest MDDDT (geschikt vanaf klas 3 van het VO). In de MDDDT is een vragenlijst inbegrepen. Versies voor andere leeftijdsgroepen zijn in ontwikkeling. De instrumenten kunnen op drie manieren gebruikt worden.
Gebruikersdoel 1: Screenings-instrument
In de eerste twee klassen van het VO is niet altijd bekend welke leerlingen mogelijk dyslexie hebben. Sommige leerlingen met dyslexie hebben al een dyslexie-verklaring, maar vele anderen niet. De DVLO en DOT kunnen beide als screeningsinstrument gebruikt worden. Dat kan klassikaal of bij een selectie van leerlingen. Ook kan besloten worden de DVLO klassikaal in te zetten en op grond van de resultaten ook de DOT. Of juist andersom.
Gebruikersdoel 2: Voorlopige diagnose
De resultaten van de DVLO, DOT en MDDDT kunnen gebruikt worden in combinatie met andere bronnen van informatie om tot een voorlopige conclusie te komen. Op grond daarvan kan bijvoorbeeld besloten worden door te verwijzen naar een officieel onderzoek.
Gebruikersdoel 3: Leerdoelen en handvaten
Met de DVLO en de MDDDT kan heel duidelijk worden vastgesteld welke specifieke moeilijkheden een leerling ondervindt. Eigenlijk worden alle aan dyslexie gerelateerde vaardigheden uitgedrukt in zwakke en sterke eigenschappen van een leerling. Met de DVLO kan ook worden vastgesteld voor welke leerstrategieën een leerling de voorkeur geeft. Op grond van al deze informatie kan bijvoorbeeld een leerdoel worden opgesteld en kunnen handvaten worden geformuleerd voor de leerkrachten. Een enkele keer is er ook met alle informatie die verzameld is, nog steeds onduidelijkheid over dyslexie bij een leerling. Maar dan kan toch op basis van de uitkomsten van de vragenlijst en/of test goed een leerplan worden opgesteld.
3. Bronnen van informatie over dyslexie
1. Prestaties op school
Als een leerling zwak presteert en zijn er geen andere verklaringen (bijv. lage intelligentie), dan kan dit een indicatie zijn voor dyslexie. Dit is vooral het geval bij talige vaardigheden zoals spelling en leesvaardigheid.
2. Oordeel leerkracht(en)
Sommige leerkrachten kunnen op grond van hun ervaring goed inschatten dat er iets aan de hand kan zijn. Het kan een leerkracht opvallen dat een leerling eigenlijk wel slim is, maar vaak in de war raakt bij talige vaardigheden. Zeker als leerkrachten een leerling al langer kennen, kan dit een belangrijke indicatie zijn.
3. Oordeel en achtergrond ouders
Dyslexie is erfelijk. Dat betekent dat als één van de ouders of eventueel grootouders dyslexie heeft, de kans ongeveer vijftig procent is dat hun kind ook dyslexie heeft. Vaak weten ouders niet van zichzelf of ze dyslexie hebben, maar hebben ze wel ervaringen uit hun eigen schooltijd die daarop wijzen en die te vergelijken zijn met de moeilijkheden van hun kind. Ouders herkennen dit vaak en ook dat kan een belangrijke indicatie zijn voor dyslexie.
4. Zelfoordeel: DVLO (geschikt voor alle leerlingen van het VO)
Leerlingen kunnen meestal goed beschrijven wat ze moeilijk of juist makkelijk vinden. Daarom is op basis van interviews met leerlingen met dyslexie de DVLO ontwikkeld. Er wordt niet alleen gevraagd naar talige vaardigheden, maar ook bijvoorbeeld naar problemen met aandacht en concentratie. De DVLO is wetenschappelijk onderzocht en heeft een nauwkeurigheid van ongeveer 95% in het voorspellen van dyslexie. Zie het gepubliceerde proefschrift in de link op pagina 2. Het voordeel van de DVLO is dat deze niet afhangt van bijvoorbeeld intelligentie. Leerlingen vergelijken zichzelf meestal met leerlingen uit hun eigen klas en op het VO zijn dat doorgaans leerlingen met een vergelijkbaar niveau van intelligentie.
5a. Taaltest: DOT (geschikt voor leerlingen van klas 1 en 2 van het VO)
De DOT was oorspronkelijk een schriftelijke dyslexie-test gebaseerd op taalmoeilijkheden. Maar door een toename van het aantal leerlingen met taalachterstand als gevolg van iets anders dan dyslexie wordt het steeds moeilijker om dyslexie als oorzaak te detecteren. De nieuwe versie van de DOT wordt daarom gepresenteerd als een taalvaardigheidstest die als indicatie voor dyslexie gebruikt kan worden. De DOT heeft nieuwe landelijke normen waarbij alle schooltypes meegewogen zijn. In het algemeen zullen bijvoorbeeld leerlingen van het VWO gemiddeld iets hoger scoren dan leerlingen van het VMBO. Een school kan kijken hoe de scores van de leerlingen in één klas verschillen tussen leerlingen. Opvallend lage scores in vergelijking met andere leerlingen van dezelfde klas kunnen een indicatie zijn voor dyslexie.
5b. Dyslexietest: MDDDT (geschikt voor leerlingen vanaf klas 3 van het VO)
De MDDDT is een uitgebreide dyslexie-test gebaseerd op alle mogelijke symptomen van dyslexie. De MDDDT is in een wetenschappelijk onderzoek aan de UVA vergeleken met een bestaande testbatterij. Zie het gepubliceerde proefschrift in de link op pagina 2. De voorspellende validiteit was voor beide 90 procent. Geen enkele test geeft dus 100 procent zekerheid. Maar in combinatie met andere informatiebronnen kan er vrij grote zekerheid verkregen worden of een leerling al dan niet dyslexie heeft.
4. Diagnostische Vragenlijst Leren & Ontwikkelen (DVLO)
De DVLO is een screeningsinstrument voor allerlei mogelijke problemen met leren. Het geeft inzicht in sterke en zwakke eigenschappen en geeft een voorspelling over dyslexie. Ook worden leerstrategieën in kaart gebracht.
Leervaardigheden:
- 1. Ordelijk denken en concentratievermogen
- 2. Talige vaardigheden
- 3. Cognitieve vaardigheden
- 4. Geheugen
- 5. Ruimtelijke vaardigheden
- 6. Aandacht en concentratie
Leerstrategieën:
- 1. Visualiseren
- 2. Hardop herhalen
- 3. Begrijpen
- 4. In een context (verhaal) plaatsen
- 5. In stukjes verdelen
Voordelen:
- 1. Gemakkelijk in gebruik
- 2. Snelle, klassikale afnames (gem. 30 à 40 minuten)
- 3. Overzichtelijke rapportages
- 4. Lage prijs: €3,50 (excl. BTW), geen additionele kosten
5. Dyslexie Opsporingstest (DOT)
De DOT is een instrument om algemene taalvaardigheid te meten. Dat gaat vaak samen met dyslexie, maar niet altijd. Sommige kinderen met dyslexie scoren toch boven verwachting op taalvaardigheid en bij sommige kinderen met taalachterstand is er een heel andere oorzaak dan dyslexie. Toch kan de uitslag van de DOT een belangrijke indicatie zijn voor dyslexie.
10 testjes:
- 1. Dictee
- 2. Meelezen en fouten aanklikken
- 3. Onzinwoorden goed of fout
- 4. Letters invullen
- 5. Fouten aanklikken in zinnen
- 6. Zinnen overtikken
- 7. Wat weet je nog van de zinnen?
- 8. Moeilijke woorden opschrijven
- 9. Woorden verkleinen
- 10. Fouten aanklikken in een verhaal
Voordelen:
- 1. Gemakkelijk in gebruik
- 2. Snelle, klassikale afnames (gem. 40 minuten)
- 3. Overzichtelijke rapportages
- 4. Lage prijs: €4,50 (excl. BTW), geen additionele kosten
6. Meervoudige Digitale Diagnostische Dyslexie Test (MDDDT)
De MDDDT is een uitgebreide dyslexietest inclusief een vragenlijst. Deze test is geschikt vanaf klas 3 van het VO. Voor het VMBO is de test pas geschikt vanaf klas 4.
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van zowel de tests als de vragenlijsten is uitgebreid onderzocht in diverse groepen van mensen met en zonder dyslexie. Gebleken is dat de MDDDT bij meer dan 95% van de mensen een goede voorspelling geeft over dyslexie.
8 onderdelen:
- 1. Auditieve tests I
- 2. Vragenlijst Algemeen taalgebruik
- 3. Geheugentest
- 4. Vragenlijst Specifiek taalgebruik
- 5. Auditieve tests II
- 6. Vragenlijst cognitieve vaardigheden
- 7. Visuele tests
- 8. Vragenlijst dyslexie
Rapportage:
- 1. Normscores van 12 tests
- 2. Interpretatie van de testresultaten met 4 samenvattende normscores
- 3. Beschrijving van de zelf-rapportage uit de vragenlijst met 25 eigenschappen
- 4. Twee voorspellingen van dyslexie (op basis van testresultaten en de vragenlijst)
- 5. Enkele korte adviezen
Voordelen:
- 1. Gemakkelijk in gebruik
- 2. Tijdsduur maximaal anderhalf uur
- 3. Overzichtelijke rapportages
- 4. Lage prijs: €4,50 (excl. BTW), geen additionele kosten
Demo aanvraag